Blog Layout

Hoge Raad: Belastingdienst dient BPM bij export alsnog te betalen

mr. M. Hatite • nov 17, 2020

BPM
Belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) wordt betaald ingeval een motorrijtuig wordt ingevoerd vanuit het buitenland naar Nederland. Bij het invoeren van een voertuig wordt in beginsel deze geregistreerd in het Nederlandse kentekenregister en volgt er een tenaamstelling plaats. De Hoge Raad heeft een zaak behandeld, waarbij een vennootschap een voertuig had ingevoerd, maar in datzelfde jaar wilde uitvoeren naar Duitsland en verzocht om teruggaaf van BPM. Teruggaaf van BPM is mogelijk, maar is wel verbonden aan een aantal voorwaarden. Een van de voorwaarden is dat het voertuig dient te zijn geëxporteerd uit Nederland en dat het voertuig moet zijn geregistreerd in een andere EU-lidstaat. In deze zaak ging het om een voertuig dat was geëxporteerd naar Duitland en daar ook is geregistreerd. Belanghebbende in deze kwestie verzocht aan de Belastingdienst om teruggaaf van BPM, echter werd dit verzoek afgewezen. Belanghebbende heeft dit besluit van de Belastingdienst aangevochten en de zaak werd voorgelegd aan de Hoge Raad (HR 06-687557081, ECLI:NL:HR:2020:1779). 

GEHELE OF GEDEELTELIJEK BETALING
De Belastingdienst stelde in deze kwestie dat belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van BPM, aangezien de verschuldigde BPM bij invoer van het voertuig niet is betaald. De Belastingdienst had in een later stadium een naheffingsaanslag BPM opgelegd aan belanghebbende en bleef bij de stelling, dat de vennootschap geen recht heeft op teruggaaf van BPM. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep werd de Belastingdienst in het gelijk gesteld, echter oordeelde de Hoge Raad anders. Belanghebbende had volgens de Hoge Raad niet de volledige BPM betaald, maar een deel van de BPM. Ook al is maar een deel van de BPM betaald en is deze BPM door belanghebbende in een later stadium voldaan, dient volgens de Hoge Raad alsnog hiermee rekening te worden gehouden. Zolang de procedure tegen een aanslag loopt kan er een tussentijdse betaling plaatsvinden en dient met deze betaling ook rekening te worden gehouden door de Belastingdienst, ingeval belanghebbende hier een beroep op doet. 

Als de BPM bij invoer in het geheel niet wordt voldaan, dan is naar de letter van de wet het ook niet mogelijk dat er bij export teruggaaf van BPM volgt, ook al wordt hierom verzocht. De Hoge Raad geeft in dit geval wel aan, dat als er een gedeeltelijke betaling van BPM in verband met invoer heeft plaatsgevonden, dan kan er weldegelijk een verzoek om teruggaaf van BPM in verband export worden ingewilligd. De Hoge Raad geeft in zijn uitspraak ook aan, dat bij de beoordeling van een bezwaarschrift of in een gerechtelijke procedure rekening dient te worden gehouden met een gedeeltelijke betaling van BPM, ingeval de aanslag nog niet onherroepelijk vaststaat. 

SLOT
De Belastingdienst kan zich op basis van de genoemde uitspraak niet beroepen op het feit, dat als de BPM in eerste instantie niet is betaald er geen teruggaaf van BPM meer mogelijk is. De uitspraak van de Hoge Raad is helder, namelijk ook ingeval van een latere betaling kan er teruggaaf van BPM volgen. Heeft u een teruggaafverzoek BPM ingediend en wordt deze afgewezen door de Belastingdienst, dan kunnen wij u met onze expertise bijstaan. Zowel in een bezwaarprocedure of een gerechtelijke procedure kunnen wij u helpen tegen de Belastingdienst. Heeft u vragen of bent u op zoek naar rechtsbijstand, neem dan gerust contact met ons op. 

HOGE RAAD: Bestuurlijke bevoegdheden misbruikt voor opsporing strafbare feiten
door mr. M. Hatite 29 sep, 2020
Volgens de Hoge Raad is ten onrechte gebruik gemaakt van bestuurlijke bevoegdheid door de politie, terwijl de insteek van het onderzoek van aanvang aan strafrechtelijk was.
Zwitserland deelt bankgegevens met Nederland
door mr. M. Hatite 13 aug, 2020
Zwitserland heeft ingestemd met het verzoek van de Nederlandse fiscus om bankgegevens uit te wisselen met Nederland
Kabinet: verschoningsrecht advocaten aanscherpen in fiscale zaken
door mr. M. Hatite 24 jul, 2020
Het kabinet heeft een wetsvoorstel ingediend om in fiscale zaken het verschoningsrecht voor advocaten te wijzigen. Het wetsvoorstel kan op weinig steun rekenen vanuit het werkveld.
Share by: